In de zomer heb ik gekampeerd op een kleine boerencamping. Bij aankomst klets je dan even met de boerin over (letterlijk!) koetjes en kalfjes. Op een gegeven moment vraagt ze aan mij: “Wilt u ook wat CO2-emissierechten kopen? Verbaasd kijk ik haar aan.
“Ja,” zegt ze, “dat is het recht om een bepaalde hoeveelheid CO2 uit te stoten.”
Nu wist ik wel dat boeren tegenwoordig iets te maken hebben met mestquota, maar CO2-emissierechten?
“Kijk, ik zal het u uitleggen,” zegt ze.
“Elke melkveeboer mag een bepaalde hoeveelheid mest produceren. Dat mestquotum hangt onder andere af van de hoeveelheid grond die we hebben. Produceren we meer mest dan onze grond aan kan, dan moeten we betalen. Gewoon het principe: de vervuiler betaalt. Stadse lui denken daar bijna nooit over na. Daarom noem ik voortaan de douchemuntjes CO2-emissierechten. Dat maakt het idee van vervuiling voelbaar. U kunt hier gratis koud douchen, maar gaat u via een warme douche extra CO2 produceren, dan zult u douchemuntjes moeten kopen.”
Ik stond voor een dilemma: koud douchen of het milieu vervuilen. In plaats van de geplande vier douchemuntjes kocht ik er maar twee.
Hoe vaak en hoe lang doucht u per week? Ik heb eens op mijn gasmeter gekeken en geconstateerd dat voor 5 minuten douchen 0,1431 kuub (= 143 liter) gas nodig is. Volgens Essent komt bij verbranding van 1 kuub aardgas 1825 gram CO2 vrij. Dus bij een douchebeurt stroomt 261 gram CO2 de atmosfeer in (=0,1431 x 1825).
Ter vergelijking: voor een auto die 7 liter benzine op 100 km verbruikt, is de CO2-uitstoot ongeveer 173 gram per kilometer. Een douchebeurt is dus te vergelijken met 1½ km autorijden.
Zullen we afspreken niet meer dan 3 kilometer te douchen per week?