Op zondag 22 maart 2009 is door 12 vrijwilligers van de Werkgroep Landschapsbeheer en de Vogelwerkgroep de oeverzwaluwenwand bij het Engelermeer weer broedklaar gemaakt.
Jan Ewijk was een uurtje eerder al begonnen met de bosmaaier om de wilgen en elzen om te halen. Dat scheelde ons een hoop werk en herrie. De aanvliegroute dient vrij te zijn en daarom moeten riet en boompjes verwijderd worden. Inspectie van de broedgaten bracht aan het licht dat er afgelopen jaar 28 nesten zijn gegraven. De gaten zijn schoongemaakt en weer gevuld met vers zand zodat de oeverzwaluwenwand weer klaar is voor de nestelende oeverzwaluwen. De oeverzwaluw is een koloniebroeder en een rode-lijst-soort vanwege de duidelijke afname en de geringe verspreiding. Zoals de meeste insecteneters brengen oeverzwaluwen de winter door in Afrika; de Nederlandse broedvogels trekken vooral naar de Sahel-zone. De Nederlandse oeverzwaluwen broedden van origine vooral in rivier- en beekoevers en stuivend duin.
Met de vastlegging van deze van nature zeer dynamische gebieden verdwenen de voor de soort geschikte oeverwallen, waardoor het broedbestand flink afnam. Een deel van de vogels vestigde zich vervolgens in door mensenhand geschapen 'oeverwallen' als dijken, dijkcoupures, zandwinputten en opgespoten terreinen. Door het verdwijnen van de zanddepots bij het Engelermeer is ca. 20 jaar geleden een kunstwand geplaatst om de oeverzwluw daar te behouden. Bij het vullen van de nestgaten is een kikker uit de winterslaap gekomen, zie foto.
Henk Vennix
- Henk Vennix