WaterlobeliaHet natuurgebied Karregat is begin deze eeuw onderzocht door een groepje IVN-cursisten. Er is uitgebreid verslag gedaan van alle bevindingen van historie, landschap, flora, fauna en beheer. Het bleek een miniatuur pareltje te zijn van ongekend natuurschoon. Sindsdien wordt het gebied nauwkeurig gevolgd en heeft er afgelopen jaar rondom het ven uitgebreid natuurherstel plaats gevonden. Zie hiervoor het verslag van Cor Haest, die vanaf het begin bij het Karregat betrokken is.
Libellen, vlinders en andere insecten worden regelmatig geïnventariseerd. Sommige insecten, zoals de dagvlinders laten zich gemakkelijk overdag zien, andere soorten moeten op een andere manier gezocht. Dat kan met lichtvallen of met stroop, ook kan er gezocht worden naar sporen in de vorm van mijnen, gallen, vraatsporen of uitwerpselen. Van de nacht- en microvlinders hebben we inmiddels ca. 450 soorten gezien, tel daarbij de dagvlinders (23 soorten), libellen (38 soorten) en de overige verschillende insecten, dan zitten we boven de 750 soorten. Nog steeds komen er jaarlijks nieuwe soorten bij. Het overzicht van alle soorten staat in de vier bijgevoegde tabellen.
Gouden dennenstamjagerMeteen na de werkzaamheden zag ik al een grote houtwesp, Sirex noctilio, op de pas gezaagde stammen, en ook twee zeldzame roofvliegen: Gouden dennenstamjagers (Choerades ignea).Bij de libellen zien we dit jaar drie nieuwe soorten! De Vuurlibel is tegenwoordig vrij algemeen, ik heb een vrouwtje gezien, hopelijk heeft zij eitjes afgezet zodat we in de toekomst hier vaker kunnen genieten van deze fraaie felrode libel. De zuidelijke heidelibel was ook een vrouwtje die rondzwierf over de zandverstuiving, deze is zeldzaam in Nederland. Ook zeldzaam is de Zuidelijke keizerlibel, die hier in juli vloog. Hij wordt in Brabant steeds vaker gezien. Komend jaar wordt het spannend wat er aan libellen tevoorschijn zal komen na alle werkzaamheden rondom het ven.
Grijze zandbij Wespbij In april zijn op het open zand de Grijze zandbijen prachtig te zien: er worden holletjes gegraven, waar de eitjes in gelegd worden, voorzien van voedsel zodat de uitgekomen larven meteen kunnen eten.
Ze worden echter ook nauwkeurig gevolgd door Wespbijen, die parasiteren op de zandbij: de Wespbij legt een eitje bij het eitje van de Zandbij, de Wespbij komt eerder uit en eet het eitje en het voedsel van de Zandbij op.
Giebel In september trof ik twee vissende jongetjes, ze verwijderden de vissen uit het ven, dat was gevraagd door Brabants Landschap. Ze hadden een flinke Giebel gevangen. De Giebel is een karperachtige invasieve exoot, die al behoorlijk ingeburgerd is. Overigens helpen de jongens ook het Karregat afvalvrij te houden door vuurwerkresten op te ruimen na nieuwjaar. Complimenten!
De Waterlobelia stond er dit jaar geweldig bij in het in 2019 geplagde deel van het ven.
Alle bekende sprinkhanen van het gebied, zoals o.a. de Moerassprinkhaan en de Sikkelsprinkhaan, zijn ook gezien.
De verschillende korstmossen (Cladonia-soorten, Rendiermos, Rood bekermos, Rode heidelucifer) breiden zich goed uit in het schrale heide-grasland. Tussen de heideplanten hingen in de herfst ook weer veel cocons van de wespspin. Uit één cocon kunnen zo’n 250 jonge spinnetjes komen, dus daaraan zal ook geen gebrek zijn.
Link naar tabellen:
Tabel-1_Dagvlinders_in_het_Karregat.pdf
Tabel-2_Libellen_van_het_Karregat_2003-2021.pdf
Tabel-3_Karregat-nacht-microvlinders.pdf
Tabel-4_Insecten_waarnemingen_Karregat.pdf