IMG 0724Ligging 
Aan weerszijden van de spoorlijn 's-Hertogenbosch-Oss, direct ten noordwesten van Nuland, bereikbaar via Kruisstraat; de Nulandsche Heide via Nuland.

Omvang: ca 
45 ha

Toegankelijkheid:

Vrij toegankelijk op wegen en paden. Honden aan de lijn toegestaan.

Beheer:
Brabants Landschap.

 



 

 

Korte beschrijvingGrove_den_s

Het reservaat vormt de noordelijke uitloper van een dekzandrug en steekt 4 meter boven de omgeving, een slagenlandschap, uit. Bij de aanleg van de spoorlijn Den Bosch-Nijmegen is in 1880 een plas gegraven van 2 hectare groot; het Karregat of de Karreput. Deze wordt enkel gevoed door regenwater en daar het ook nog eens ligt in een beschermend stuifzandcomplex, komt de plantengroei sterk overeen met die van een ven, met Moeraswolfsklauw en Ronde zonnedauw. Na het plaggen van de oevers keerde Waterlobelia, die hier al sinds 1965 niet meer was gezien, eerst schuchter en in 2006 uitbundig, met duizenden, terug.  In 2017 was de Waterlobelia met ongeveer 100 exemplaren stabiel aanwezig.

 

 

Stuifzand_s

De Nulandsche Heide, ten zuiden van het spoor bestaat uit open stuifzand met 'forten'. Dit zijn opgestoven koppen begroeid met Zomereik en/of Grove den.

Zie ook Fotoalbums, onder Karregat 2010.


 

Spaanse vlagSpaanse vlagVoor wie er oog voor heeft, was er ook dit jaar weer van alles te zien in het Karregat. Op 1 januari zaten alle wespspinnetjes nog gewoon in hun cocon te wachten op het voorjaar. Pas dan zullen ze weer op de wind uitwaaieren om een eigen plekje te vinden. Ook zijn er weer nieuwe soorten vlinders in dit gebied opgedoken: in juli belandde een Spaanse vlag en een Prachtpurperuiltje in de val. Na het fotograferen zijn ze weer vrij gelaten. Het zijn prachtige bewijzen dat nachtvlinders niet alleen ‘bruinige motten’ zijn! Er staan nu 473 soorten nachtvlinders in tabel 3.

De Spaanse vlag was lang alleen bekend uit het zuiden van Limburg, maar de laatste jaren wordt hij steeds vaker in het land gezien. Het is een zogenaamde ‘dag-actieve nachtvlinder’, hij snoept overdag van nectar van o.a. koninginnenkruid en distels, maar vliegt ook ’s-nachts en komt af op licht. Het is een zomersoort, te zien in juli en augustus.Het Prachtpurperuiltje is voor het eerst in Nederland gezien in 2015, het is nog steeds een zeldzame verschijning, maar langzaam maar zeker verovert hij vanuit het zuiden ons land.

Pracht purperuiltjePracht purperuiltjeWat de dagvlinders betreft, de bekende soorten waren aanwezig, ook de Kleine vuurvlinder, die landelijk gezien een slecht jaar had, was aanwezig. De Kleine vos, die het de laatste jaren slecht deed en ook niet in het Karregat was, was er dit jaar weer wel. Voor een overzicht van de dagvlinders, zie bijgevoegde tabel 1.

Ook van de libellen waren de bekende soorten aanwezig. Witsnuitlibellen zie ik helaas hier niet meer. De Bruine glazenmaker heb ik ook niet gezien, maar deze soort vliegt altijd in kleine aantallen, dus die kun je gemakkelijk een keer missen. Over het geheel lijken we een landelijke trend te volgen. Het overzicht is bijgevoegd in tabel 2. In het kader van het herstel van de Brabantse vennen zijn er vorig jaar in het Karregat ingrijpende natuurherstelwerkzaamheden uitgevoerd. Er lijken geen grote wijzigingen in de libellenpopulatie te zijn opgetreden na deze werkzaamheden. Een ander nieuw insect dat ik dit jaar zag, was de Blauwvleugelsprinkhaan. Een soort van droge zandgebieden met korstmosvegetaties en open droge graslanden. Het Karregat is dus prima geschikt voor deze goed gecamoufleerde sprinkhaan, hij valt niet op en maakt ook geen geluid. Goed zoeken dus, als hij opvliegt zie je de prachtige lichtblauwe achtervleugels. De Sikkelsprinkhaan van de laatste jaren heb ik niet gezien, wel de bekende Moerassprinkhaan en het Knopsprietje.

Bonte dennenschildwantsBonte dennenschildwantsEen volgende leuke vondst was het Bosmierlieveheersbeestje. Dit lieveheersbeestje, dat veel op het gewone Zevenstippelige lieveheersbeestje lijkt, is alleen te vinden in de buurt van nesten van rode bosmieren, die zijn er genoeg in het Karregat. Ze worden nauwelijks aangevallen door de mieren in tegenstelling tot andere lieveheersbeestjes, zodat er nauwelijks concurrentie is tussen de verschillende bladluis-etende lieveheersbeestjes. Een volgende uit het zuiden oprukkende zeldzame soort wants heeft ook een plekje gevonden in het Karregat. De Bonte dennenschildwants is voor het eerst in 2018 gesignaleerd in Nederland. Hij leeft op dennen vooral aan de rand van heidevelden en breidt zich razendsnel uit. Ik heb diverse exemplaren gezien.

Het dode hout wat tegenwoordig gewoon mag blijven staan en liggen, trekt ook steeds meer mooie insecten aan: in mei zat een mannetje Megarhyssa rixator op het dode dennenhout. Het zijn indrukwekkende sluipwespen, waarvan de vrouwtjes hun eitjes afzetten in larven van houtwespen die in het dode hout leven. Een Nederlandse naam is er nog niet. De Houtsluipwesp (Rhyssa persuasoria) was al bekend van het Karregat, de Megarhyssa rixator is een maatje groter en zeldzamer. Alle waargenomen insecten (behalve de vlinders en libellen, die een aparte tabel hebben) staan in bijgevoegde tabel 4.

Waterlobelia rozetten met bloemknoppenWaterlobelia rozetten met bloemknoppenOok de bekende Waterlobelia stond er fantastisch bij dit jaar, evenals de Moeraswolfsklauw. In het biotoop schraal heidegrasland is de verdere toename van de korstmossoorten Rendiermos, Rood bekermos en Heidelucifer indrukwekkend. Er valt nog volop te ontdekken in het Karregat, dus ik zal het blijven volgen.

 

 

 

 

 

 

Link naar:

2022_Tabel-1_Dagvlinders_in_het_Karregat.pdf

2022_Tabel-2_Libellen_van_het_Karregat_2003-2022.pdf

2022_Karregat_Tabel-3_nachtvlinders.pdf

2022_Tabel-4_Insecten_waarnemingen_Karregat.pdf145 × 108

Waterlobelia 2021 07 08 Karregat
Waterlobelia
Het natuurgebied Karregat is begin deze eeuw onderzocht door een groepje IVN-cursisten. Er is uitgebreid verslag gedaan van alle bevindingen van historie, landschap, flora, fauna en beheer. Het bleek een miniatuur pareltje te zijn van ongekend natuurschoon. Sindsdien wordt het gebied nauwkeurig gevolgd en heeft er afgelopen jaar rondom het ven uitgebreid natuurherstel plaats gevonden. Zie hiervoor het verslag van Cor Haest, die vanaf het begin bij het Karregat betrokken is.

Libellen, vlinders en andere insecten worden regelmatig geïnventariseerd. Sommige insecten, zoals de dagvlinders laten zich gemakkelijk overdag zien, andere soorten moeten op een andere manier gezocht. Dat kan met lichtvallen of met stroop, ook kan er gezocht worden naar sporen in de vorm van mijnen, gallen, vraatsporen of uitwerpselen. Van de nacht- en microvlinders hebben we inmiddels ca. 450 soorten gezien, tel daarbij de dagvlinders (23 soorten), libellen (38 soorten) en de overige verschillende insecten, dan zitten we boven de 750 soorten. Nog steeds komen er jaarlijks nieuwe soorten bij. Het overzicht van alle soorten staat in de vier bijgevoegde tabellen.

 

 

Gouden dennenstamjager Karregat 16 9 2021Gouden dennenstamjagerMeteen na de werkzaamheden zag ik al een grote houtwesp, Sirex noctilio, op de pas gezaagde stammen, en ook twee zeldzame roofvliegen: Gouden dennenstamjagers (Choerades ignea).Bij de libellen zien we dit jaar drie nieuwe soorten! De Vuurlibel is tegenwoordig vrij algemeen, ik heb een vrouwtje gezien, hopelijk heeft zij eitjes afgezet zodat we in de toekomst hier vaker kunnen genieten van deze fraaie felrode libel. De zuidelijke heidelibel was ook een vrouwtje die rondzwierf over de zandverstuiving, deze is zeldzaam in Nederland. Ook zeldzaam is de Zuidelijke keizerlibel, die hier in juli vloog. Hij wordt in Brabant steeds vaker gezien. Komend jaar wordt het spannend wat er aan libellen tevoorschijn zal komen na alle werkzaamheden rondom het ven.

 

 

 

 


Grijze zandbij 2021 04 16 Karregat 15 Andrena vagaGrijze zandbij Wespbij 2021 04 16 KarregatWespbij In april zijn op het open zand de Grijze zandbijen prachtig te zien: er worden holletjes gegraven, waar de eitjes in gelegd worden, voorzien van voedsel zodat de uitgekomen larven meteen kunnen eten.

Ze worden echter ook nauwkeurig gevolgd door Wespbijen, die parasiteren op de zandbij: de Wespbij legt een eitje bij het eitje van de Zandbij, de Wespbij komt eerder uit en eet het eitje en het voedsel van de Zandbij op.

 

  

 

 

Giebel 2021 09 08 KarregatGiebel  In september trof ik twee vissende jongetjes, ze verwijderden de vissen uit het ven, dat was gevraagd door Brabants Landschap. Ze hadden een flinke Giebel gevangen. De Giebel is een karperachtige invasieve exoot, die al behoorlijk ingeburgerd is. Overigens helpen de jongens ook het Karregat afvalvrij te houden door vuurwerkresten op te ruimen na nieuwjaar. Complimenten!

De Waterlobelia stond er dit jaar geweldig bij in het in 2019 geplagde deel van het ven.

Alle bekende sprinkhanen van het gebied, zoals o.a. de Moerassprinkhaan en de Sikkelsprinkhaan, zijn ook gezien.

 


De verschillende korstmossen (Cladonia-soorten, Rendiermos, Rood bekermos, Rode heidelucifer) breiden zich goed uit in het schrale heide-grasland. Tussen de heideplanten hingen in de herfst ook weer veel cocons van de wespspin. Uit één cocon kunnen zo’n 250 jonge spinnetjes komen, dus daaraan zal ook geen gebrek zijn.

Link naar tabellen:

Tabel-1_Dagvlinders_in_het_Karregat.pdf

Tabel-2_Libellen_van_het_Karregat_2003-2021.pdf

Tabel-3_Karregat-nacht-microvlinders.pdf

Tabel-4_Insecten_waarnemingen_Karregat.pdf

 

We hadden weer tropische dagen in Nederland dit jaar, de gemiddelde zomertemperatuur was 18,3 graden, 1,3 graad warmer dan normaal met ook veel zonuren. De hoeveelheid neerslag per maand fluctueerde dit jaar sterk, zie hier de lokale cijfers per maand:

Jan.

Febr.

Maart

April

Mei

Juni

Juli

Aug.

Sept.

Okt.

Nov.

Dec.

Totaal

50

130

60

0

15

100

60

35

50

140

50

80

770

Ondanks de (natte)uitschieters in februari, juni en oktober dit jaar is 2020 dus structureel droog, net als 2018 en 2019, zoals te zien is aan onderstaande jaarcijfers.

Neerslag per jaar in de periode 2015-2020:

2015

2016

2017

2018

2019

2020

930

880

930

660

780

770

Kleine parelmoervlinderKleine parelmoervlinderEr is weer gekeken naar de libellen, die dit jaar aanwezig waren. In tabel 1 staat een overzicht van alle libellen die tussen 2003 en 2020 in het Karregat gezien zijn. De vaste bewoners waren er. Eén nieuwe soort staat erbij: de Weidebeekjuffer. Dit is een soort van stromend water en is dus een passant die wat rondzwierf. De Zwarte heidelibel is hier al enige jaren afwezig; landelijk is dat niet anders. Ook met de witsnuitlibellen gaat het niet goed. Er wordt door de Vlinderstichting veel onderzoek gedaan, maar wat de precieze oorzaak is, (behalve de droogte, klimaatverandering en verzuring) is nog niet helemaal duidelijk.

De bekende dagvlinders hebben we weer gezien (zie tabel 2). Nieuw is hier het Hooibeestje, dat begin augustus bij de struikhei tussen het ven en de zandverstuiving vloog. De Kleine parelmoervlinder is daar ook gezien, maar ook op de Zandblauwtjes op het veld in het noordelijk deel van het Karregat. De waardplanten van de Kleine parelmoervlinder zijn diverse viooltjes, vooral akkerviooltje, driekleurig viooltje en duinviooltje, misschien is daar hier ook wel plaats voor? Landelijk gezien zijn dit twee vlinders die het met dit warmere weer goed doen.

plas dras in karregatIn 2018 is er een nieuw gedeelte van het nat/dras-gedeelte van het Karregat geplagd (zie verslag 2018), om de vergrassing en dichtgroei tegen te gaan. Toch gaat het met de Waterlobelia steeds slechter. Na het hoogtepunt met een explosie van Waterlobelia’s van pakweg tien jaar geleden, waren er in de laatste jaren nog ongeveer 100 stuks Waterlobelia’s te zien. Dit jaar, na de tweede zeer droge zomer, is het aantal door de verschroeiende zon (40 graden!)gedecimeerd tot ongeveer 25 stuks. De hoofdoorzaak van het bijna verdwijnen van de Waterlobelia is de jarenlange structurele daling van het waterniveau. Het langdurig droogvallen van het zomerbed van het ven blijkt fataal te zijn voor de kwetsbare en steeds zeldzamere Waterlobelia.

Positief is dat naast de bekende Levendbarende hagedis en Rugstreeppad ook een Alpenwatersalamander en een Kleine watersalamander zijn aangetroffen.

Wie wel eens door het waterwingebied bij Nuland loopt, vraagt zich wel eens af: ‘Wat zijn dit voor forse zandheuvels hier in het bos?’ Dat heeft de heemkundewerkgroep Nuwelant zich ook afgevraagd en hun veronderstelling was dat het wel eens grafheuvels zouden kunnen zijn. Het is niet helemaal onlogisch omdat in de buurt bij de Maashorst en Vorstengrafdonk ook dergelijke heuvels zijn aangetroffen.Maar het zouden ook gewoon zandophopingen kunnen zijn, ontstaan in of na de laatste ijstijd.

Met grondboringen zijn in 2018 acht heuvels onderzocht. Bij zes ervan was niets bijzonders aan de hand: puur zand. Maar bij twee heuvels vond men lagen met vergaan plantaardig materiaal. Onderzoek door de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed gaf als resultaat dat het om eikenforten gaat. Dat zijn zandheuvels die ontstaan zijn doordat opgestoven zand rond een eik of eikengroep is blijven liggen.
Brabants Dagblad, 11 januari 2019, ingekort

Het was een bijzonder jaar, 2018. Het begon in januari zeer zacht, somber en nat, met op 18 januari een flinke storm, die hetLijsterbes, verdroogd 19-7-2018-Karregat treinverkeer in het land bijna de hele dag plat legde. In februari kwam de kou pas goed op gang met wel 23 vorstdagen, maar daarbij was het wel vaak zonnig en droog. De eerste dagen van maart kwam de temperatuur niet boven 0, en de hele maand bleef het met elf vorstdagen over het algemeen flink koud. April begon met normale temperaturen van ongeveer 7 graden met Pasen, wat wel betekende dat het kouder was dan met Kerstmis.

Leptoglossus occidentalis 01a Rosmalen 19 10 2013 kopieJanuari 2017, ijs en sneeuw in het Karregat, vlinders vielen er niet te ontdekken. In maart daarentegen was het voorjaar volop aangebroken: de Kleine vos en de Gehakkelde aurelia,  die overwinterd hadden, kwamen zich warmen aan de lentezon, evenals allerlei ander klein grut, zoals o.a. lieveheersbeestjes en verschillende wantsen.

 

 

 

 

  

Esperiamot Karregat 20 4 2016

Het Karregat is in2016 weer een aantal keren bezocht. Zoals elk jaar is er
gekeken naar de aanwezige vlinders en libellen. Hierover is eigenlijk weinig nieuws te melden. De gewone soorten zijn aanwezig. De nachtvlinders zijn met licht geïnventariseerd op 22 juli en 6 augustus. We zitten nu op 257 waargenomen soorten micro- en macronachtvlinders. Een overzicht van alle waarnemingen staat apart op de IVN-website, onder – Onze natuurgebieden – Het Karregat.

 

 

 

 

 

 

WaterlobeliaHet Karregat is ook dit jaar weer een aantal keren bezocht. Zoals elk jaar is er gekeken naar de aanwezige vlinders en libellen. Hierover is eigenlijk weinig bijzonders te melden. De gewone soorten zijn aanwezig.

Een overzicht hiervan staat apart op de IVN-website, onder – Onze natuurgebieden – Het Karregat. De nachtvlinders zijn één keer, op 2 juli, geïnventariseerd, en daarmee zijn we de 200 soorten gepasseerd. We zitten nu op 223 waargenomen soorten micro- en macronachtvlinders.

Door de lang aanhoudende winter dit jaar kwam de hele natuur pas laat op gang. De overwinterende vlinders moesten lang wachten op de zon om voldoende op temperatuur te komen en te kunnen vliegen. Ze kwamen dus pas laat uit hun schuilplaatsen.

Maar toen de temperatuur eindelijk omhoog ging, kwam alles ook snel op gang.

 

Het was een echte winter dit jaar, dus in januari lag het Karregat  er bevroren bij. Maar op een zonnige dag half februari vlogen de eerste hommels al weer en in maart waren ook de mieren in de grote koepelnesten druk aan het werk. De eerste Dagpauwogen genoten in alle rust van de zon, net als de Levendbarende hagedis. In april kwamen daar ook de eerste libellen bij, de Vuurjuffers. Het seizoen voor vlinders en libellen was nu goed begonnen met de diverse bekende soorten. Begin mei vlogen er tientallen Viervlekken en Venwitsnuitlibellen. De Platbuik, een bekende pionier,  zwierf ook rond. Alle soorten libellen en vlinders die ik dit jaar gezien heb, staan in de aparte overzichten op www.ivn-s-hertogenbosch.nl bij natuurgebied het Karregat (libellen, dagvlinders en nachtvlinders).

Wat is/doet het IVN?

IVN 's-Hertogenbosch
IVN 's-Hertogenbosch is een vereniging met als doel natuur- en milieu-educatie.

Actieve vrijwilligers
IVN 's-Hertogenbosch bestaat uit actieve vrijwilligers. Onze vereniging kent zowel volwassen leden als jeugdleden.

Wat staan we voor?
Wij willen iedereen stimuleren de natuur te ontdekken rond de thema's beleving en educatie.

 

button lid worden button lid worden
button lid worden button lid worden button natuurbeleving voor bijzondere groepen

Facebook logo 150   facebookbutton

 

   

Contact met IVN 's-Hertogenbosch e.o.