Een van de beste kenners van de flora rondom ’s-Hertogenbosch is Rob de Vrind. Hij schrijft er elk jaar een verslag over. Onderstaand artikel is ingekort, de volledige versie is te vinden op www.bosschemilieugroep.nl toestand flora.
In 2012 begon het voorjaar extreem vroeg, maar in 2013 startte het voorjaar juist extreem laat. Pas na 1 mei begon het warmer te worden. De Slanke sleutelbloemen in Rosmalen stonden weer prachtig in bloei. Ook enkele Dotterbloemen aldaar. Die plant neemt dramatisch af. Begin mei stond in de Koornwaard nog maar weinig Springzaadveldkers.
Wat betreft de flora begint het jaar altijd op de dijk bij de Moerputten met dit jaar 180 bloeistengels van Gulden sleutelbloem. Hopelijk wordt een keer de enorme bramenstruik weggehaald. Meer en meer zie je overal bramen opkomen. Daarnaast breiden de distels zich enorm uit. Een slechte zaak: onderhoud is nodig.
Later stond ook de Stijve wikke (ook in 2012) in bloei, samen met Aardaker. De soorten weten zich goed te handhaven maar de dijk verruigt enorm en afmaaien is hard nodig. Er staat ook Hemelsleutel en een oude Appelboom vol prachtige appels, die ik altijd over het hoofd had gezien.
Aan de noordoost zijde heeft men dit jaar de blauwgraslanden niet gemaaid. Nog maar één Hondsviooltje gezien en geen Veenmelkviooltjes meer. Overal begint opschot van berken te komen. Aan de zuidzijde stonden aardig wat Veenmelkviooltjes op de bijenweide die ook goed vochtig was. Op de meest zuidwestelijke weide breidt Veenmelkviooltje zich uit en was het lekker drassig.
Aan de noordwestzijde zet de ontwikkeling zich op een positieve manier door. Het natuurontwikkelingsgebied doet het goed maar moet worden bijgehouden, anders groei het vol met Riet, Berk, Den en Wilg. De Rietorchrissen breiden zich uit. In het voorjaar in 2012 maar liefst 54 en in 2013 wel honderd.
Voor het eerst heb ik er ook twee gevlekte orchissen gezien. In 2013 stonden er op de noordoostelijk weide langs het pad 30 maar op de blauwgraslanden zelf geen meer. Dat is wel anders geweest. Op de meest oostelijke weide kwamen de laatste jaren vier Rietorchissen voor.
In 2009 kwam er weinig Moeraskartelblad voor maar in 2010, 2011 veel. In 2012 nog meer en prachtig tussen uitbreidende Grote ratelaar. In 2013 wat minder. Daarnaast Waterviolier, Krabbenscheer, Grote Boterbloem, Moerasmuur.
De vlinder het Gewone Pimpernelblauwtje doet het nog steeds goed. Ze breidt zich uit richting de Spoordijk. Daar heb ik in 2013 ook een exemplaar gezien. In 2011 kwam ik er ook een tegen aan de noordoostzijde. In 2013 daar niet meer.
Op het nieuw geplagde deel aan de noordwest zijde waren naast de Rietorchissen en twee Gevlekte orchissen zeldzame soorten als Stijve ogentroost, Kleverige ogentroost, Herfstbitterling, Ronde en Kleine zonnedauw, Moeraswolfsklauw, Echt duizendguldenkruid en Grote Boterbloem te zien. Daarnaast meer algemene soorten als Naaldwaterbies, Grote waterweegbree, Grote egelskop, Moerasrolklaver, Pitrus, Mattenbies, en Veldbies. Moeraswederik heb ik niet meer waargenomen. Veel sloten bevatten Waterviolier, Kikkerbeet, Holpijp en staan de droge stukken vol met gewoon Biggekruid. In mei stonden de velden vol met Grote ratelaar en ook Moeraskartelblad was er overdadig te zien. Er stond dit jaar veel minder Echte koekoeksbloem.
In 2010 en 2011 en 2013 stond er Herfstbitterling (Rode lijst 4). De plant is nog nooit het binnenland van Nederland waargenomen. In 2012 waren ze (bijna) allemaal verdwenen en heb ik er geen meer in bloei gezien. In 2013 stonden er nog maar drie exemplaren. Toch niet hun milieu? Daarnaast staat er Bleekgele droogbloem (die afneemt door de successie) en massaal Moeraswolfsklauw (Rode lijst 3) en Kleine zonnedauw (rode lijst 3). Er bevindt zich ook een zich uitbreidende populatie Ronde zonnedauw. Echt duizendguldenkruid breidt zich ook uit en er is de eerste Blauwe knoop samen met Dop- en Struikhei te zien.
In 2010 vond Hannes Brummer er Wilde weit. Het is een Rode lijst 1-soort die nog maar op drie plekken in Nederland staat. Dit is de vierde! Hoewel ervoor gezorgd is dat er op die plek niet gemaaid werd, is de soort in 2011 niet meer te aanschouwen geweest. Ook in 2012 en 2013 niet. Wel vond Hannes Brummer als eerste de prachtige Stijve ogentroost. Nu in 2012 en 2013 staat de soort er op meerdere plekken en soms overdadig. Prachtig.
Een andere nieuwe soort in de Moerputten is de Kleverige ogentroost, een plant die wat lijkt op de Grote ratelaar. In 2012 waargenomen op twee plekken in 2013 nog maar op één plek.
Ondanks de restauratie van de pijlers van de brug is de Steenbreekvaren behouden gebleven. Een mooi succes van de SBB.
Langs het nieuwe knuppelpad staat Grote watereppe, Gelderse roos, Waterviolier, Melkeppe en Moeraswolfsmelk. Op de andere velden zie je in de greppels veel Wateraardbei en Waterdrieblad. Naast Moerasspirea, Gele lis, Grote pimpernel, Blauwe knoop, Guldenroede, Moerasandoorn, Moeraswederik, Moerasrolklaver enzovoort.
In het Bossche Broek stonden in 2009 nog enkele exemplaren van Vogelmelk. In 2011 nog twee, maar in 2012 en 2013 niet meer gezien. Naar mijn idee bloeide er veel minder Moeraskartelblad en Koekoeksbloemen dan vorig jaar. Ook weinig veenpluis. Net als in de Moerputten bloeit er ook Kleverige ogentroost. Op het pad staat ook Stijve ogentroost. Ook wel honderd Riet- en Vleeskleurige orchissen. Draadrus staat er nog op de meer open, natte plekken. Het was dit jaar uitermate nat en dat is een voordeel voor de plant. In 2011 stonden in een berm drie Rietorchissen te bloeien. In 2012 heb ik ze niet meer gevonden maar in 2013 stond er nog één die net niet weggemaaid was. De Beemdkroon was ik kwijt in 2010. Hij stond er weer in 2011 in 2012 weer verdwenen en in 2013 weer aanwezig. Ook staat er nog steeds in één sloot (al jaren) Grote Boterbloem. De Dotterbloem zie je steeds minder. Met Wateraardbei gaat het goed maar de sloot waar hij mooi te zien was, is gedempt. De Lange erepijs staat er ook nog steeds. Ook dit jaar waren er weer Ooievaars. Het Veenpluis breidde zich in 2009 uit en dat is een teken van verzuring. Het is een mooi gezicht maar eigenlijk een minder goed teken. Op de dijken komt veel Bont kroonkruid voor naast Vijfdelig- en Muskuskaasjeskruid. Ook staat er (voor het eerst?) Aardaker.
Bij Crèvecoeur stond in 2009 massaal Brede ereprijs te bloeien. Een prachtig gezicht. In 2012 stonden er nog wel exemplaren maar niet meer zoveel als in 2009. Er lagen koeien op. In 2013 niet geweest maar de boswachter heeft voorkomen dat de koeien er konden komen. Wel waren er weer veel Kaardenbollen te zien.
In de Koornwaard is veel aan het veranderen. Het ooibos, met bladmossen die zeer specifiek zijn voor zachthoutooibossen, zoals Uiterwaardenmos, Riviersterretje, Halve maantjesmos (levermos) en Gewoon viltsterrenmos maar ook met Bevers, is in 2012 gerooid. In 2013 begint het Máximakanaal vorm te krijgen. Op mooie dagen is de recreatiedruk langs de rivier enorm.
Vóór 2009 stond in de Koornwaard Brede ereprijs nog maar op twee plekken. In 2009 heb ik de plant niet meer gezien en in 2010 en 2011 stond hij op nog maar één plek. In 2012 weer niet meer gezien. In 2013 op drie plaatsen. Prachtig. In 2008 was Zandwolfsmelk zeer op haar retour en tussen de Bramen lijkt het er op dat er nog maar één exemplaar stond. In 2009 was de soort echt verdwenen. In 2010 was het stuk weer opengemaakt en kunnen koeien erover naar het water gaan, maar in 2011, 2012 en 2013 heb ik de soort niet meer gezien. Ook Wilde tijm is verdwenen. Vermeldenswaardig is Springzaadveldkers, Geoord en Knopig helmkruid en Groot warkruid. Ruige weegbree stond er in 2011 prachtig bij, totdat Rijkswaterstaat er natuurlijke oevers ging aanleggen. Waarschijnlijk hebben ze dat niet overleefd. Vanaf 2011 niet meer gezien. Alweer een gevoelige slag in de biodiversiteit rond 's-Hertogenbosch. Toch stond in 2012 nog één exemplaar gezien op een heel andere plek, namelijk op de dijk langs het pad. In 2013 weer niet meer waargenomen. Ook Veldsalie doet het niet best. Er staan maar enkele bloeiende pollen. In 2009 was de beweiding er te gering en 2010 juist te veel! Er hebben ooit vele tientallen exemplaren gestaan. In 2011 nog maar op één plek! In 2012 is er niet beweid tot eind juni en stond er Veldsalie op zes plaatsen!. Karwijvarkenskervel wordt steeds gemaaid nog voordat ze bloemen kunnen vormen. Waarschijnlijk staan er nog wel veel. Ook in 2012 toen het weiland voor het maaien er fantastisch bij lag. Eén zee van gele bloemen maar de Karwijvarkenskervel was al weer gemaaid voor de bloei. Dat gebeurde drie keer achter elkaar. Er staat één grote pol Wilde marjolein, die er ook al stond in 2008 maar In 2009 is er een bij gekomen op het talud van een krib. In 2010 konden de koeien er bij en kwam hij niet in bloei en de plant op de krib heb ik niet meer gezien. In 2011 was hij ook maar op één plek te zien maar in 2012 en 2013 was er een tweede en zelfs derde vindplaats. Langs het water staat ook Kleine aster. Ook Zacht vetkruid komt er voor. Voor het eerst stond er Grote bevernel in 2011 maar in 2012 en 2013 niet meer gezien. Wel was Grote kaardenbol een nieuwkomer. Langs het water is de Blauwe waterereprijs regelmatig te zien maar in 2013 niet meer. De grote recreatiedruk zal een reden zijn. De Knikkende distel siert de open stukken op en regelmatig kom je Goudhaver en Kamgras tegen. Ook staat er sinds lang geleden weer Grote engelwortel. Regelmatige gasten zijn Kattendoorn, Moerasandoorn, Echte valeriaan, Glad walstro, Rivierkruisdistel, Moeraskruiskruid, Boerenwormkruid, Muskuskaasjeskruid.
Op een aantal kribben staat Groot warkruid. Ook Heggendoornzaad begint meer voor te komen. In het najaar kwam ik er ook nog rode ogentroost tegen, een soort die ik nog nooit in 's-Hertogenbosch had gezien.
In de Uiterwaarden Maaspoort zag ik in 2009 voor het eerst Kleine bevernel. Die stond er ook in 2010 en 2013, samen met Karwijvarkenskervel. De Vogelmelk deed het er goed in 2009 en 2010, meer dan 100 exemplaren. In 2011 maar met 30. In 2012 en 2013 ook aanwezig maar niet geteld. Nieuwe soort in 2009 was het Geoord helmkruid (in 2011 weg) in 2010 Voszegge (Rode lijst 3) en ook daar is de Kleine aster waar te nemen. Daarnaast Heggendoornzaad, Mierikswortel, Groot warkruid, Pastinaak, Blauwe waterereprijs, Zwanenbloem, Brede wespenorchis, Gulden roede en Kransmunt.
Bij Bokhoven staan de Weidekervels (rode lijst 1) nu nog maar op één plek met 35 bloeistengels. Er was met de gemeente overeen gekomen pas laat te maaien. Net als in 2012 maaide men weer te vroeg!. Helaas staan ze zo dicht langs de kant van de weg dat er vroeg of laat iemand overheen rijdt.
Langs de dijk bij het wieltje is weer Karwijvarkenskervel waargenomen op de plek waar zich ooit de hoofdmacht bevond. Na de dijkverzwaring was alles verdwenen maar dit jaar is het eerste exemplaar weer teruggekeerd. In 2012 stonden er drie exemplaren. Helaas ook weer te vroeg gemaaid. In 2013 weer maar één. Er staat ook enkele Gewone agrinonie's. De plant staat ook verderop langs het kanaal samen met enkele pollen Grasklokjes. De bermen zijn rijk aan Cichorei. Aan het hek stonden in 2011 geen Heelblaadjes meer maar wel bij de waterpartijen langs de kastelen.
De Tripmadam (Rode lijst 3) is weer prachtig te zien langs het kanaal Henriëttewaard Engelen. De groenstrook langs het fietspad in de polder bevat prachtige Grote pimpernellen, Karwijvarkenskervel, Knoopkruid en Grasklokjes.
Op de Heinis was Hartgespan (rode lijst 1) verdwenen en ook Genadekruid (Rode lijst 1) heb ik er nooit meer gezien. In 2012 en 2013 stond er weer één exemplaar van Hartgespan te bloeien. Het beheer in de Heinis is dramatisch en de pracht van weleer is grotendeels verdwenen. Wel staat er Gekielde dravik en Stinkende Balote. De Springbalsemien woekert er weelderig. Voor het eerst stond er Vingerhoedskruid en in 2012 kwam ik Rechte ganzerik tegen, in 2013 niet meer. Het talud van de dijk bij het meest oostelijke wiel is is door wanbeheer nu compleet begroeid met enorme ondoordringbare bramenstruiken. Ooit was het mooi bijgehouden en was het een open bloemenrijk taluud van waar men op een bankje zittend kon uitzien over het wiel. Het bankje staat er nog maar is onbereikbaar en het uitzicht is verpest. Nieuw beheer is noodzakelijk.
Jan Maassen heeft in 2011 langs een nieuw aangelegde plas-draszone bij de Groote Wetering de Vlottende bies (Elogiton fluitans, rode lijst 4) gevonden naast Veldrus, Blaaszegge, Hoge cyperzegge, Drijvend fonteinkruid, Gewoon watervorkje, zelfs Blauwe zegge en mogelijk Kwelmoerasdikkopmos (moet nog nader gecheckt worden). Het milieu wordt bepaald door sterke ijzerhoudende kwel (fosfaatbinding).
Langs die Binnendieze staat natuurlijk massaal Klein Glaskruid (Rode lijst 4) maar ook zie ik steeds meer plaatsen met Tongvaren (beschermd) bijvoorbeeld op de vrij nieuwe muurtjes bij de Weichselboom aan de Parklaan. De Gele helmbloem doet het ook prima. In 2007 is ook de Steenbreekvaren weer aangetroffen (aan de brede Haven). Dit jaar is er een nieuwe vindplaats aangetroffen door Johan Mees bij de Zusters van Orthenpoort en bij de overslagterminal.
Rob de Vrind
06-83799696