Gewone kruisbloemgalmug op AkkerkersWe hadden veel plannen voor 2020 staan en gelukkig hebben we er ondanks de lockdowns toch nog enkele van kunnen realiseren. In januari hebben we een studieavond over de Vlinderbloemigen gehouden. Mensen deelden informatie over de verschillende geslachten en soorten. Denk daarbij aan Klavers, Rupsklavers, Lathyrussen, Wikken en Bremsoorten. 

  • Voor Natuurmomumenten inventariseren we al enkele jaren gebieden in het Vlijmens ven. Ieder jaar zijn dat weer andere percelen. Dit jaar hadden we drie gebiedjes aan de Honderdmorgensedijk, vlak bij het Jeroen Bosch ziekenhuis. Daarin bekijken we in hokken van 10 vierkante meter welke planten er voorkomen en schatten in hoeveel ervan groeien (de abundantie). We gaan ieder op een hoek van het hok staan en schatten de hoeveelheid van het dichtstbij zijnde kwart in. Heel coronavriendelijk, totdat we een heel interessant plantje zien, want dan wil iedereen dichtbij komen. Liesbeth houdt altijd heel trouw de administratie bij en onze nieuwe jonge deelnemers zijn lekker fanatiek! Leuke soorten die we aantroffen zijn verschillende Orchissen, Teer guichelheil, Watertorkruid, Moeraskartelblad en Parnassia. Soms was het lekker warm weer, soms stonden we ook tot onze enkels in het water, want het mag daar gelukkig lekker vochtig zijn.
  • Voor het FLORON hebben we een kilometerhok geïnventariseerd onder leiding van Menno: hok 150-416 in Empel. Daarbij kijk je welke soorten voorkomen; de hoeveelheid wordt over het algemeen niet meegenomen. Dit is altijd leuk speurwerk. Je kijkt in grasranden, brandgangen, parken, natuurgebieden en tussen de straatstenen wat je allemaal voorbij ziet komen aan wilde planten. We hebben ongeveer 150 soorten aangetroffen. Een bijzondere waarneming was de Brede raket, een kruisbloemige die uit Zuid-Europa komt. Ook zagen we Hertshoornweegbree, van oorsprong een zoutminnende kustplant, die nu steeds meer in het binnenland wordt aangetroffen bij wegen waar in de winter zout gestrooid wordt (het moet ook een smakelijk plantje zijn).
  • Met determineerexcursies hebben we ons moeten beperken tot plaatsen dicht in de buurt en in kleine groepjes. We zijn op stap geweest bij de Groote Wetering, in het Bossche Broek en in Eikenhorst. In het Bossche Broek zagen we de Gele waterkers en de Akkerskers vlak bij elkaar bloeien, het was leuk om de verschillen goed te zien. Ook zagen we op de Akkerkers de sponzige, poreuze gal van de Gewone kruisbloemgalmug, die daarop vaak voorkomt.
  • In tweetallen hebben we meegedaan aan de Eindejaar Plantenjacht. Hierbij wat resultaten van de zoektocht naar bloeiende planten tussen Kerst en 3 januari:
    • Er zijn 25.336 planten geteld.
    • Het Madeliefje staat nog steeds op nummer 1, gevolgd door Straatgras, Klein kruiskruid, Vogelmuur en het Herderstasje.
    • De meeste bloeiende planten zijn geteld in Zeeland en Noord-Brabant, gevolgd door de andere westelijke provincies.
    • Het betrof vooral planten die zijn blijven doorbloeien.

Leuke activiteiten zoals ons plantenweekend en het einde-seizoensetentje zijn er helaas bij ingeschoten, maar wie weet volgend jaar!

We hebben nog geen gezamenlijke planavond kunnen houden voor 2021. Maar waarschijnlijk gaan we weer inventariseren voor Natuurmonumenten en een kilometerhok voor het FLORON onderzoeken. Ook hebben we plannen om de Heemtuin te helpen met inventariseren van de aanwezige planten. Met een aantal mensen gaan we ons verdiepen in determineren met de nieuwe Heukels 24, via een cursus bij het FLORON. 

De eerste vroege bloeiers als het de Kleine veldkers en de Vroegeling laten hun bloemetjes alweer zien, het groeiseizoen komt eraan!

Jacqueline Bentlage

Een van de beste kenners van de Bossche flora is Rob de Vrind. Hij schrijft er elk jaar een verslag over. Dit jaarverslag staat integraal op onze website www.ivn-s-hertogenbosch.nl. Omdat het te uitgebreid is voor Den Boschrietsangher heeft Cor Haest hiervan een verkort verslag gemaakt. In dit stuk zijn ook nog een aantal aanvullingen van Jan Maassen (evenals Rob een plantenspecialist) opgenomen.

Een van de beste kenners van de Bossche flora is Rob de Vrind. Hij schrijft er elk jaar een verslag over. Dit jaarverslag staat integraal op onze website www.ivn-s-hertogenbosch.nl. Omdat het te uitgebreid is voor Den Boschrietsangher heeft Cor Haest hiervan een verkort verslag gemaakt. In dit stuk zijn ook nog een aantal aanvullingen van Jan Maassen (evenals Rob een plantenspecialist) opgenomen.

Het voorjaar begon erg warm en luidde een behoorlijke droogteperiode in. De natuur begon meer dan een week vroeger dan in 2010.

Het begint altijd op de dijk bij de Moerputten. In 2008 stonden er 80 exemplaren van de Gulden sleutelbloem, in 2009 ongeveer 30, in 2010 wel 140 en in 2011 zelfs 370 bloeistengels. Later stond ook de Stijve wikke in bloei, tezamen met Aardaker (die het moeilijk had vanwege de droogte) en ook nog de Hemelsleutel. De soorten weten zich goed te handhaven maar de dijk verruigt enorm en afmaaien is hard nodig.

Aan de noordkant zet de ontwikkeling zich op een positieve manier door, wat te zien is aan het toenemend aantal Rietorchissen. In 2009 waren er 6 exemplaren, in 2010 al 18. In 2011 wat minder (weer door het droge voorjaar). Ook op het geplagde deel aan de noordwest zijde komen al Rietorchissen voor: 6 in 2009 en 10 in 2010 en 9 in 2011. Aan de oostzijde ging het (door de droogte) niet zo goed met de Rietorchissen. De Kruipende moerasweegbree, die uiterst zeldzaam is, kwam in 2008 op wel vijf plaatsen voor maar in 2009 en 2010 nog maar op één. In 2011 op drie plekken maar op de belangrijkste minder dan andere jaren. In 2009 kwam er weinig Moeraskartelblad voor maar in 2010 en 2011 veel. Verder Waterdrieblad, Waterviolier, Krabbenscheer, Grote boterbloem en Moerasmuur. De Spaanse ruiter doet het heel goed, droge voorjaren is daarvoor geen probleem. Het Veenmelkviooltje deed het niet geweldig in 2009 (maar 6 exemplaren), in 2011 heb ik er ook weinig gezien (alleen op de Bijenweide stonden er nog veel). Het beter aan droogte aangepaste Hondsviooltje kwam in grotere aantallen voor. Moeraswolfsmelk heb ik in 2011 helemaal niet meer gezien.

Het grasje Bevertjes komt zowel aan de noord- als zuidkant voor en had het dit jaar moeilijker. De vlinder het Gewone Pimpernelblauwtje was in 2009 in grote aantallen te aanschouwen. Het breidt zich uit richting de Spoordijk. In 2010 in nog grotere aantallen. In 2011 kwam ik er ook een tegen aan de noordoostzijde.

Op het nieuw geplagde deel aan de noordwestzijde waren naast de Rietorchissen ook te zien: Grote Boterbloem, Naaldwaterbies, Grote waterweegbree, Grote egelskop, Moerasrolklaver, Pitrus en Mattenbies, naast Moeraswederik (5x) en velden met Dagkoekoeksbloem en Grote ratelaar. Ook bevatten veel sloten de Waterviolier, Kikkerbeet en Holpijp en staan de droge stukken vol met Gewoon Biggenkruid. Ook in 2011 stond er Herfstbitterling (Rode lijst 4) en de soort breidt zich zelfs uit. Daarnaast staat er inmiddels ook Bleekgele droogbloem, Moeraswolfsklauw (Rode lijst 3) en Rondbladig en Langbladig zonnedauw. De laatste breidt zich ook uit. Op vele plekken begint nu ook het prachtige Echte duizendguldenkruid op te komen en ook de eerste Blauwe knoop samen met dop- en struikhei is er te zien.

In het Bossche Broek stonden in 2009 nog enkele exemplaren Vogelmelk; in 2010 heb ik ze niet gezien en in 2011 zijn er weer 2. Naar mijn idee bloeide er minder Moeraskartelblad en Koekoeksbloemen dan vorig jaar. De Beemdkroon was ik kwijt in 2010 maar hij stond er weer in 2011. Ook staat er nog steeds in één sloot (al jaren) Grote boterbloem. De Dotterbloem zie je steeds minder. Met Wateraardbei gaat het goed maar de sloot waar hij mooi te zien was, is gedempt. Ook de Lange erepijs is er al jaren te zien, ook in 2011. Dit jaar nog geen Ooievaars gezien, vorig jaar wel. Het Veenpluis breidde zich in 2009 uit en dat is een teken van verzuring. Het is wel een mooi gezicht. In 2011 was het een van de weinige bloeiende planten (vanwege de droogte). Voor het eerst komt in het Bossche Broek in een berm de Rietorchis voor: 3 exemplaren. Volgens Jac Hendriks (SBB) staan er ook Vleeskleurige orchissen en Gele/Kleverige(?) ogentroost maar die heb ik zelf nooit waargenomen. Op de dijken komt veel Bont kroonkruid voor. In het Bossche Broek-zuid (landgoed De Pettelaar) kwam ik voor het eerst Dubbelloof tegen.

Langs het Drongelens kanaal is Veldkruidkers erg op zijn retour. Zo wel in 2010 als in 2011 is op een behoorlijk aantal plekken nog wel zeldzame Rozetkruidkers vinden. De Grote ereprijs doet het wel goed maar het maaibeleid moet beter want in de bloeitijd maait men er de oevers. Dit is doorgegeven aan de gemeente.

Bij Crèvecoeur stond in 2009 massaal Brede ereprijs te bloeien. Een prachtig gezicht. In 2010 en 2011 ben ik niet wezen kijken. Wel waren er weer veel Kaardebollen te zien bijvoorbeeld op de plek waar vroeger de sluis lag.

In de Koornwaard stond Brede ereprijs in 2010 en 2011 nog maar op twee plekken; mogelijke oorzaak: de zware beweiding. In 2008 was Zandwolfsmelk zeer op haar retour en vanaf 2009 verdwenen. Ook Wilde tijm heb ik niet meer gezien. Vermeldenswaardig is Springzaadveldkers, Geoord en Knopig helmkruid en Groot warkruid. Sinds de aanleg van natuurlijke oevers door RWS is de Ruige weegbree verdwenen. Alweer een gevoelige slag voor de biodiversiteit rond 's-Hertogenbosch. Ook Veldsalie doet het niet best. Er staan maar enkele bloeiende pollen. In 2009 was de beweiding er te gering en 2010 juist te veel! Er hebben ooit vele tientallen exemplaren gestaan. In 2011 nog maar op één plek! Karwijvarkenskervel wordt alsmaar gemaaid nog voordat ze bloemen kunnen vormen. Waarschijnlijk staan er nog wel een hoop. Ook is er nieuwe soort aangewaaid: Wilde marjolein (één grote pol). Langs het water zijn ook nog enkele groeiplaatsen van Kleine aster. Er bestaan ook vindplaatsen van Vogelmelk (24x) en Zacht vetkruid. Voor het eerst stond er ook Grote bevernel.

Ook Jan Maassen heeft geconstateerd dat het ooibosje in de Koornwaard zich mooi aan het ontwikkelen is. Veel Springzaadveldkers na begrazing. Op de bomen komen goed ontwikkelde gemeenschappen van bladmossen voor die zeer specifiek zijn voor zachthoutooibossen. Soorten: Uiterwaardenmos, Riviersterretje, Halvemaantjesmos (levermos) en Gewoon viltsterrenmos.

Ook de bevers zijn er de laatste tijd erg actief en vellen al behoorlijk grote bomen. Jammer dat de omlegging van de Zuid-Willemsvaart er komt! (Cor Haest: Een woordvoerder van de aannemerscombinatie WillemsUnie meldt dat speciaal voor de bevers het bosje wordt verplaatst. Sic!)

In de Uiterwaarden Maaspoort zag ik in 2009 voor het eerst Kleine bevernel. Die stond er ook in 2010, tezamen met Karwijvarkenskervel. De Vogelmelk is met 100 exemplaren in 2010 in 2011 terug gevallen naar 30 stuks. Nieuwe soort in 2009 was het Geoord helmkruid (in 2011 verdwenen), in 2010 Voszegge (Rode lijst 3) en ook daar is de Kleine aster waar te nemen. Daarnaast Heggedoornzaad, Mierikswortel, Groot warkruid, Pastinaak, Blauwe waterereprijs, Zwanenbloem, Brede wespenorchis, Gulden roede en Kransmunt.

Bij Bokhoven staan de Weidekervels (Rode lijst 1) nu nog maar op één plek. Er was met de gemeente overeengekomen pas laat te maaien maar door de slechte zomer waren de planten nog niet klaar met zaadzetting. Men had nog later moeten maaien en waarschijnlijk is niet maaien nog beter.

Langs de dijk bij het wieltje is weer Karwijvarkenskervel waargenomen op de plek waar zich ooit de hoofdmacht bevond. Na de dijkverzwaring was alles verdwenen maar dit jaar is het eerste exemplaar weer teruggekeerd. Er staat ook enkele planten Gewone agrinonie. Deze staat ook verderop langs het kanaal, tezamen met enkele pollen van Grasklokjes. De bermen zijn rijk aan Cichorei. Aan het hek stonden in 2011 geen Heelblaadjes meer maar wel bij de waterpartijen langs de kastelen van Haverlij.

Aan de voet van de dijk (aan de westkant) heeft men aan natuurontwikkeling gedaan en stukken afgegraven. Daar staat nu heel wat Echt duizendguldenkruid, naast één prachtig groot (wit) exemplaar van Mottenkruid (in 2011 niet meer) en Kleine aster. Allemaal soorten die je niet veel tegenkomt. Ook Kruipend zenegroen is er te aanschouwen. Op andere afgegraven stukken bij de kastelen staan Kroontjeskruid, Gele kamille, Rolklaver en een Kleine aster.

Bij het wieltje langs de Maas staat Stalkruid maar daarvan zowel witte als roze exemplaren. Het wieltje zelf bevat Zwanenbloemen. Bij het veerhuis staat onder aan het talud de Kleine pimpernel (Rode lijst 4) en ook het witte Vetmuur.

De Tripmadam (Rode lijst 3) is weer prachtig te zien langs het kanaal Henriëttewaard, Engelen. De groenstrook langs het fietspad in de polder bevat prachtige Grote pimpernellen, Karwijvarkenskervel, Knoopkruid en Grasklokjes.

Langs de Grote Wielen en de Franse wielen staat de Grote watereppe en Zwanenbloemen. Ook ziet men er Moerasrolklaver, Blauwe waterereprijs, Blauw glidkruid, Watermunt, Akkermunt en Kransmunt. Verder velden vol Akkerdistels, Veldzuring en Jakobskruiskruid. De natuur is er echt in ontwikkeling; naast de runderen, de paarden en de grote groepen Canadese ganzen die er zitten. Uiteraard kan men er ook Roodborsttapuit, Puttertjes en Kneutjes tegenkomen.

Op de Heinis is Hartgespan (Rode lijst 1) verdwenen en ook Genadekruid (Rode lijst 1) heb ik er nooit meer gezien. Het beheer is er dramatisch en de pracht van weleer is er grotendeels verdwenen. Wel staat er Gekielde dravik en Stinkende Balote. De Springbalsemien woekert er weelderig.

Op de Wamberg staat Waterdrieblad, Grote watereppe, Melkeppe, Brede wespenorchis en her en der prachtige Koningsvarens.

Bij Coudewater zijn vermeldenswaard Draadrus en ook Oranje havikskruid.

In de plas-draszone bij de Groote Wetering heeft Jan Maassen in 2011 de Vlottende bies (Rode lijst 4) gevonden naast Veldrus, Blaaszegge, Hoge cyperzegge, Drijvend fonteinkruid, Gewoon watervorkje, zelfs Blauwe zegge en mogelijk Kwelmoerasdikkopmos (moet nog nader gecheckt worden). Het milieu wordt bepaald door sterke ijzerhoudende kwel (fosfaatbinding).

Bij de Groote Wielen vond ik in 2011 twee exemplaren Moeraswederik en vier Voszeggen naast broedende Kluten die drie jongen hebben gekregen.

Mooi is ook te vermelden dat langs het Engelermeer Schaafstro staat naast een Zwanenbloem, Blauw glidkruid, Grote watereppe en Agrimonie.

Op de Hooge Heide tussen Nuland en Rosmalen heeft Bureau Maes, (Utrecht, 2009) bij een nieuw gegraven poel enkele zeldzame (Rode lijst) levermossen waargenomen: Grofgoudkorrelmos (Fossombronia foveolata), Sponswatervorkje (Riccia cavernosa) en Violetwatervorkje (Riccia subbifurca). Verder vermeldt het verslag Dwergviltkruid, Hondsviooltje en Viltganzerik . De Nulandse stuifzanden zijn bijzonder rijk aan korstmossen (Cladonia en Cladina), waaronder (binnenlands) zeldzamere soorten als Kraaklook en Gebogen rendiermos. Het verslag van Maes vermeldt nog de zeldzame Turflucifer.

Langs die Binnendieze staat natuurlijk massaal Klein Glaskruid (Rode lijst 4) maar ook zie ik steeds meer plaatsen met Tongvaren (beschermd). De Gele helmbloem doet het ook prima. In 2007 is ook de Steenbreekvaren weer aangetroffen, aan de brede Haven. Dit jaar is er een nieuwe vindplaats aangetroffen door Johan Mees bij de Zusters van Orthenpoort.

Op een industrieterrein langs de kant van de weg deed de Gevlekte orchis het in de periode 2007-2009 steeds slechter. De gemeente heeft het beheer prima aangepakt door de wegbermen vrij te maken van struiken. In 2010 stonden diverse exemplaren weer prachtig in bloei en zelfs op een nieuwe plek. In 2011 stonden er wel 40 exemplaren op diverse plekken en als altijd met bijzonder mooie exemplaren.

In een plantsoen in Rosmalen groeit de zeldzame Klimopbremraap! Elders in Rosmalen en bij de Zuid-Willemsvaart kan men nog wel eens Grijskruid en de Gevlekte orchis tegen komen.

Rob de Vrind

Tel. 06-23878131

pinksterbloemAls je geïnteresseerd bent in planten en je wilt hierover iets meer te weten komen loop dan eens een keer mee met de Plantenwerkgroep. Wij trekken er regelmatig op uit om bloemrijke gebieden te bezoeken om te bekijken wat er allemaal groeit en bloeit en of er bijzondere planten voorkomen. 

Op 28 maart, van 14.00 tot 16.00 uur gaan we naar de Honderd Morgen, een natuurgebied in ontwikkeling dat aan Natuurmonumenten is overgedragen ter compensatie van de aanleg van de nieuwe randweg 's-Hertogenbosch-Vught.

AmbrosiaplantOnderzoekers van De Natuurkalender waarschuwen voor een mogelijk blijvende vestiging in ons land van de plant Ambrosia. Oorzaak lijkt het warme weer. Ambrosia is de belangrijkste veroorzaker van hooikoorts in de Verenigde Staten en in Zuid-Europa.

De warmteminnende plant lijkt zich op diverse plaatsen te ontwikkelen, vooral in tuinen, maar is ook al in de natuur gezien.

Wat is/doet het IVN?

IVN 's-Hertogenbosch
IVN 's-Hertogenbosch is een vereniging met als doel natuur- en milieu-educatie.

Actieve vrijwilligers
IVN 's-Hertogenbosch bestaat uit actieve vrijwilligers. Onze vereniging kent zowel volwassen leden als jeugdleden.

Wat staan we voor?
Wij willen iedereen stimuleren de natuur te ontdekken rond de thema's beleving en educatie.

 

button lid worden button lid worden
button lid worden button lid worden button natuurbeleving voor bijzondere groepen

Facebook logo 150   facebookbutton

 

   

Contact met IVN 's-Hertogenbosch e.o.