Na de korte, maar heftige winter, werd het weer tijd voor onze werkgroep om de inventarisatie van de nachtvlinders op te pakken.
Zolang het ’s nachts onder de 4 graden C. is, vliegt er niet veel. Omdat voor zaterdagnacht (10 maart 2012) ongeveer 6 graden C. werd voorspeld, is besloten de lichtval in het Karregat te zetten. Van verschillende nachtvlinders is bekend dat ze op licht afkomen. Je ziet het o.a. vaak bij lantaarns. Onze lamp staat in een kist met een soort trechter, waardoor de vlinders in de kist belanden en er niet meer uit kunnen. De kist staat vol lege eierdozen, waartussen de vlinders zich schuil kunnen houden. Zondagochtend in alle vroegte moest gecontroleerd worden of er vlinders in de val beland waren. We hoopten dat er enige exemplaren in zouden zitten… Na telling bleken het er 111 te zijn, van acht verschillende soorten.
Het zijn allemaal vroege voorjaarssoorten, ze vliegen, afhankelijk van het weer, vanaf februari, na april zie je de meeste niet meer. De Grote en de Kleine voorjaarsspanner, de Perentak en de Voorjaarsspanner behoren alle vier tot de spanners. Van deze vier komen alleen de mannetjes op licht, de vrouwtjes hebben geen vleugels. Na determineren en tellen (respectievelijk 3, 6, 1 en 36 exemplaren) hebben we ze weer vrijgelaten om op zoek te gaan naar de vrouwtjes. De uilen werden vertegenwoordigd door de Kleine voorjaarsuil (46 exemplaren), de Tweestreepvoorjaarsuil (3) en de Dubbelstipvoorjaarsuil (4). Grappig om te zien is dat deze voorjaarsuilen de gewoonte hebben om zich bij verstoring voor dood te laten vallen. Het is een tactiek om aan de vijand te ontsnappen. Op de foto zie je een handje Kleine voorjaarsuilen, die zich dood houden in de hoop dat ik geen belangstelling meer voor ze heb.
De laatste soort, die we vonden, was de Lente-orvlinder van de familie eenstaartjes (12 exemplaren). Een vlinder met een opvallend dubbel kuifje, zoals je op de foto kunt zien. Ze overwinteren als pop in de strooisellaag. Wil je ook vlinders in je tuin, laat dan het afgevallen blad liggen tussen de planten zodat de rupsen er een veilig plekje kunnen vinden om te verpoppen!