Vanwege slecht weer op 29 februari werd de excursie door Hans verzet naar 7 maart, met als beloning een prachtige dag. Qua weer en qua waarnemingen een prachtige dag! Met 11 mensen verdeeld over drie auto’s vertrokken we om 08.00 uur naar Battenoord bij het plaatsje Nieuwe Tonge aan het Grevelingenmeer. Prachtig in beeld kregen we 58 flamingo’s.
Miriam had in de auto nog even de verschillen in het hoofd geprent: we zagen grote flamingo’s met een lichtroze tot bijna wit verenkleed, dieproze vleugels met zwarte punten, geheel roze poten en een typisch geknikte zachtroze snavel met zwarte eindpunt. Het was een pracht zicht toen ze hun vleugels ‘uitklapten’; we zagen toen de karmozijnrode ondervleugel en de zwarte vleugelpunten. Heel fraai! De tweede soort die we zagen was de Chileense flamingo met vaak een intens roze verenkleed, grijze poten met roze knieën en tenen en een snavel waarvan de grootste helft zwart is. Zo’n twintig flamingoparen broeden sinds 1983 in het Duitse natuurgebied Zwillbrocker Venn in Duitsland. Deze kolonie brengt per jaar maar 4 a 5 jongen flamingo’s voort; dit is genoeg om de populatie in stand te houden en zelfs iets te laten groeien.
Natuurlijk pikten we hier ook wat anders soorten mee: middelste zaagbekken, scholeksters, baltsvlucht van de graspieper, rotganzen, bontbekplevier, bonte strandloper, wulpen, tureluur en rietgors.
De tweede stop bereikten we via Herkingen, Stellendam en Goedereede. Bij de Brouwersdam namen we de afslag Noordzeestrand.
Patrick ontdekte al snel een roodkeelduiker, die we later allemaal ook redelijk dichtbij hebben kunnen bekijken. Verder zagen we veel middelste zaagbekken, groepjes eidereenden, enkele brilduikers en wintertalingen. Toen we een fuut en een kuifduiker in een beeld hadden, konden we het verschil in grootte van beide futen mooi zien.
Hierna gingen we op weg naar de Koudekerkse-, Wevers- en Flaauwersinlaag.
Groepen van 600 brandganzen (in totaal hebben we er vele duizenden gezien), rotganzen die opvliegend hun kenmerkende geluid ‘rot-rot’ lieten horen, kieviten, wulpen, lepelaars, kleine zilverreiger, slobeend, pijlstaarten, smient, krakeend en kluten waren andere soorten waar we van genoten. Overvliegend zagen we nog twee groepen met mogelijk zilverplevieren en bonte strandlopers. Patrick ontdekte nog een slechtvalk op de grond en een leucistische scholekster. Leucisme is een pigmentafwijking. Ik las dat leucistische dieren veel agressiever zijn tegen niet leucistische soortgenoten. Waarom?
Voordat we weer naar station Oost reden, hebben we nog wat gedronken bij de Heerenkeet.
Het was een relaxed dagje vogelen. Bedankt Hans!
Verslagje: Ans de Bijl.
Foto’s: Patrick Smetsers